Bij een lichaamscompositiemeting worden de volgende metingen gedaan:
BMI (is uw gewicht gezond bij uw lengte?)
De verhouding tussen lengte en gewicht, welke gemeten wordt tijdens de healthcheck, is een manier om te bepalen of men een gezond gewicht heeft. Dit noemen we ook wel je Body Mass Index (BMI). Bij een gezond gewicht komt een BMI uit tussen 18,5 en 25. Bij een BMI van boven de 25 is het verstandig wat af te vallen. Overgewicht geeft extra risico op verschillende ziektes zoals diabetes, hart- en vaatziekten, een verhoogde bloeddruk en bepaalde vormen van kanker. Bovendien kan overgewicht ervoor zorgen dat men last krijgt van de gewrichten, bijvoorbeeld knieën, door het gewicht dat erop steunt. Naar aanleiding van de uitkomsten volgt een advies ten aanzien van eventueel gewichtsverlies of het op gewicht blijven.
Lichaamsvetpercentage
Dit is de hoeveelheid lichaamsvet als percentage van het totale lichaamsgewicht.
Visceraal vet
Het viscerale vet is vet rond de interne organen. Het staat bekend als ‘diep’ vet dat zich verder onder de huid bevindt dan ‘normaal onderhuids’ buikvet. En juist dit vet is erg schadelijk voor je gezondheid.
Spierskeletmassa
Spieren worden in twee typen onderverdeeld: spieren van interne organen zoals het hart, en skeletspieren die aan botten zijn gehecht en voor het bewegen worden gebruikt. De skeletspiermassa kan worden vergroot door te sporten. Meer spiermassa betekent meer energie verbranden. Het vergroten van de skeletspiermassa ten opzichte van de lichaamsmassa betekent dat er meer energie wordt verbruikt door je lichaam. En dat is heel gunstig.